Nationale Wetenschapsagenda

Onderstaande vragen zijn door de OZSW ingediend in het kader van de Nationale Wetenschapsagenda.

1. In hoeverre kunnen mensen nog verantwoordelijk worden gehouden voor wat ze doen nu de invloed van zowel het brein als de omgeving op hun gedrag zo groot lijkt te zijn?

Onbewuste cognitieve mechanismen en schijnbaar irrelevante factoren in de omgeving hebben grote invloed op menselijk gedrag, zo lijkt gedragswetenschappelijk en hersenonderzoek te suggereren. Mensen zijn niet zo vrij als ze denken. Dit mogelijke gebrek aan autonomie doet de vraag rijzen in hoeverre mensen nog verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor hun gedrag. Bij psychische stoornissen wordt wel gesproken van verminderde toerekenings­vatbaarheid. Maar is de subtiele beïnvloeding door brein en omgeving niet van een andere orde? Onderzoek naar deze kwesties moet zich richten op begrippen als vrijheid, vrijwilligheid en vrije wil en op de vraag of deze door de resultaten van neuro- en gedragswetenschappelijk onderzoek worden ingeperkt. Als dat zo is, dan vereist dit waarschijnlijk aanpassing van onze sociale, economische en politieke praktijken en van de juridische en morele kwalificaties die worden gebruikt. Wetenschappelijk onderbouwde gedragssturing kan wellicht worden ingezet om menselijke beperkingen te compenseren. Maar kan de omgeving zo aangepast worden dat deze ondersteuning geen afbreuk doet aan de vrijheid en autonomie van burgers? Kan dit zo gebeuren dat verantwoordelijk gedrag bevorderd wordt? Een vraag van de Nederlandse Onderzoekschool Wijsbegeerte.

Kernwoorden: verantwoordelijkheid, ethiek, vrije wil, menselijk brein, omgevingsfactoren, aansprakelijkheid, filosofie, neurowetenschappen, sociale psychologie

Conferentie: Science for society

2. Hoe kunnen mensen worden geholpen bij het nemen van betere beslissingen zonder dat hun autonomie daarbij op een ontoelaatbare manier wordt aangetast?

De overheid stelt steeds hogere eisen aan de zelfredzaamheid van burgers in wat wel “de participatiemaatschappij” wordt genoemd. Als gevolg daarvan moeten burgers steeds meer eigen keuzes maken en beslissingen nemen. Een breed scala aan gedragsweten­schappelijk onderzoek laat echter zien dat mensen minder autonoom zijn dan vaak wordt gedacht. Ze kiezen bijvoorbeeld niet altijd wat het beste is voor hun gezondheid, ook al zien ze het belang daarvan in. Menselijk gedrag wordt relatief gemakkelijk beïnvloed door prikkels uit de omgeving. De overheid zou daar op in kunnen spelen door die omgeving te veranderen en bewuste en onbewuste prikkels in te bouwen. Deze prikkels veranderen de zogenaamde “keuzearchitectuur” van burgers in een bepaalde richting. Zo kan worden bevorderd dat burgers kiezen voor wat maatschappelijk gezien gewenst is: duur­zaamheid, veiligheid, etc. De Belastingdienst definieert zijn missie tegenwoordig expliciet als gedragsverandering opdat mensen hun belasting gaan betalen. Daarvoor worden allerlei technologieën voor gedrags­verandering ingezet. Staat zoiets op gespannen voet met de nadruk die de overheid legt op de eigen verantwoor­delijk­heid? Hoever mag de overheid gaan met onbewuste beïnvloeding? En welke vormen van vrijheid en autonomie zijn wenselijk en haalbaar? Een vraag van de Nederlandse Onderzoekschool Wijsbegeerte.

Kernwoorden: autonomie, vrijheid, gedragsbeïnvloeding, verantwoordelijkheid, beslissingen nemen, ethiek, filosofie, bestuurskunde, technologie

Conferentie: Science for society

3. Hoe kan verantwoordelijkheid nog worden toegeschreven in organisaties die steeds complexer worden en die gebruik maken van steeds complexere technologieën?

De maatschappij wordt steeds complexer. Dit komt doordat mensen steeds meer willen en steeds meer kunnen. Organisaties worden geconfronteerd met grote economische, sociale, ecologische problemen en uitdagingen. Daarnaast worden technologieën steeds complexer. Deze toenemende complexiteit brengt grote risico’s met zich mee die steeds moeilijker zijn te beheersen, voor een deel is er zelfs sprake van vergaande onzekerheid over de gevolgen van ons handelen. Als er dan iets misgaat – denk aan een bank die failliet dreigt te gaan of aan een ongeluk in een kerncentrale – is het steeds moeilijker om mensen daarvoor verantwoor­delijk te houden. Er is sprake van een verantwoordelijkheids­tekort. Deze vraag is erop gericht om methoden te ontwikkelen voor het inrichten van organisaties waardoor het mogelijk wordt om in complexe situaties toch op een heldere manier verantwoordelijkheid toe te schrijven. Daarvoor zijn nieuwe concepten van verantwoordelijkheid nodig die recht doen aan de complexiteit en onzekerheid van ons handelen. Dit is niet alleen belangrijk om achteraf mensen te confronteren met de gevolgen van hun handelen en daarvan te leren, maar vooral ook om fouten te voorkomen. Een vraag van de Nederlandse Onderzoekschool Wijsbegeerte.

Kernwoorden: beslissingen nemen, verantwoordelijkheid, complexiteit, organisatiekunde, technologie, ethiek, bestuurskunde, filosofie

Conferentie: Science for society

4. Wat is de invloed van sociale media en andere nieuwe communicatievormen op de kwaliteit van het morele en politieke debat en van de maatschappelijke besluitvorming?

Vanouds worden zorgvuldige en kwalitatief hoogstaande vormen van morele en politieke reflectie, debat en besluitvorming geassocieerd met het nemen van tijd. De communicatie­kanalen voor politieke meningsvorming onder burgers én politici zijn vandaag de dag echter heel anders ingericht dan vroeger. Snelheid en door technologie gemedieerde communicatie zijn daarbij sterk bepalend. Het is voor vrijwel iedereen mogelijk geworden om vanaf de smartphone of een pc direct en voor een groot publiek te reageren op morele en politieke standen van zaken, incidenten, discussies. De vraag is welke invloed de enorme toename van zeer snelle reacties via sociale media en andere vormen van nieuwe communicatie, op het politieke en morele debat en op de maatschappelijke besluitvorming hebben. Zijn ze een zegen omdat we eindelijk af zijn van langdurige en door elites bepaalde, weinig transparante processen van publieke meningsvorming, of zijn ze een bedreiging omdat ze door hun onmiddellijkheid, anonimiteit en gebrek aan procedurele inbedding de oude angst voor de tirannie van de meerderheid reëel maken? Een vraag van de Nederlandse Onderzoekschool Wijsbegeerte.

Kernwoorden: sociale media, communicatie, politiek debat, maatschappelijke besluit­vorming, reflectie, ethiek, politieke filosofie, tijd

Conferentie: Science for society

5. Hoe kan kunst in de openbare ruimte bijdragen aan versterking van de sociale cohesie?

Het lijkt tegenwoordig voor mensen steeds moeilijker te worden om de plaats waar ze wonen te beleven als ruimte die zij delen met anderen. Onder meer door de commercialisering en de privatisering van de leefruimte wordt de stad een doorgangsroute die nauwelijks nog betekenisvol is voor de mensen die er wonen. Dit heeft negatieve effecten op zowel de sociale cohesie als de veiligheid. Aansprekende kunst in de publieke ruimte kan ervoor zorgen dat mensen trots zijn op de plaats waar ze wonen en kan van de stad weer een ontmoetingsruimte maken die mensen uitnodigt zich er ook actief mee te verbinden. Met deze vraag naar de sociale mogelijkheden van de kunst stelt zich tevens de vraag of hierbij de esthetische kwaliteit van de kunst beslissend is of dat het op andere kwaliteiten aankomt. Een vraag van de Nederlandse Onderzoekschool Wijsbegeerte.

Kernwoorden: kunst, publieke ruimte, sociale cohesie, veiligheid, esthetiek, stad, filosofie, sociale psychologie

Conferentie: Science for society

6. In hoeverre zijn burgers, bedrijven en overheden moreel verantwoordelijk voor grote mondiale problemen?

De menselijke soort ziet zich in toenemende mate geconfronteerd met een aantal grote mondiale problemen, zoals extreme armoede in ontwikkelingslanden, mondiale ongelijkheid (wat o.a. tot grote migratiestromen leidt) en de negatieve gevolgen van ecologische over­belasting van de planeet. Inwoners, bedrijven en overheden van OECD-landen zijn ofwel mede-oorzaak van een aantal van die problemen, of ze hebben belangrijke sleutels in handen om die problemen op te lossen. Maar in hoeverre zijn ze daartoe ook moreel verantwoordelijk, en wat vergt dat van de morele plichten van individuen, bedrijven, en overheid? Hoe verhouden die plichten zich tot elkaar? En wat zijn de gevolgen hiervan voor de manier waarop we maatschappelijke instituties vorm geven? Hoe kunnen morele antwoorden op deze uitdagingen worden gevonden die compatibel zijn met de moraal van een open samenleving dit gekenmerkt wordt door vrijheidsrechten en democratie? Een vraag van de Nederlandse Onderzoekschool Wijsbegeerte.

Kernwoorden: verantwoordelijkheid, mondiale problemen, bedrijven, overheid, burgers, ethiek, politieke filosofie

Conferentie: Science for society

7. Hoe organiseren we wetenschappelijke en maatschappelijke besluitvorming in het licht van onzekerheid, risico en complexiteit?

Risico en onzekerheid spelen op bijna alle wetenschappelijke en maatschappelijke terreinen: in medische ingrepen, in natuur- en sociaalwetenschappelijk onderzoek, bij technologieën zoals kernenergie, nanotechnologie of ICT, maar ook in verband met dreigingen door bijvoorbeeld stijgende zeespiegels en politieke, culturele en religieuze spanningen. Een respons hierop vraagt om kennis van de onzekerheden en risico’s zelf, maar ook om inzicht in hun samenhang en hun rol in besluitvorming. Nieuwe methoden en technieken stellen ons in staat om besluitvorming in het licht van onzekerheid en risico verregaand te verbeteren. Maar diezelfde technieken maken ons ook blind voor wat buiten het theoretische bestek valt. Een combinatie van wijsgerige, besliskundige, sociaal-wetenschappelijke, statistische en methodo­logische kennis kan ons leren om beter over onzekerheid en risico na te denken en ermee om te gaan. De besluitvorming over risico’s en onzekerheid vraagt daarnaast om ethische en maatschappelijke reflectie. Hoe zijn risico’s en baten in een samenleving verdeeld? Kunnen mensen er vrijwillig mee instemmen? Welke rol kunnen waarden en emoties in besluitvorming spelen? Hoe communiceren we over onzekerheden en risico’s? En hoe en door wie dienen de beslissingen uiteindelijk te worden genomen? Een vraag van de Nederlandse Onderzoekschool Wijsbegeerte.

Kernwoorden: wetenschap, ethiek, besliskunde, statistiek, bestuurskunde, filosofie, technologie

Conferentie: Science for society

8. Hoe kunnen we technologische innovaties beter laten aansluiten op belangrijke maatschappelijke en morele waarden?

De schaal, complexiteit en intimiteit (in en op het lichaam) van technologie is ongeëvenaard en neemt steeds verder toe. Hoe kunnen we technologie beter afstemmen op de cognitieve, sensorische, affectieve en lichamelijke mogelijkheden en beperkingen van mensen? En hoe kunnen we technologie beter laten aansluiten op normatieve gezichtspunten die voor de rechten van het individu en voor de samenleving belangrijk zijn en die een betekenisvol leven mogelijk maken: respect, autonomie, privacy, zelfontplooiing, intermenselijk contact, sociale cohesie, veiligheid, etc. Het gaat hierbij zowel om de eigenschappen van de technologie zelf, het proces van technologie­ontwikkeling, als het gebruik van technologie. Een vraag van de Nederlandse Onderzoekschool Wijsbegeerte.

Kernwoorden: technologie, ethiek, filosofie, psychologie, cognitiewetenschappen, innovatie­wetenschappen

Conferentie: Science for Society

9. Wat leert de geschiedenis over de “dreiging” van andersdenkenden?

In Europees verband wordt over opkomende economieën elders in de wereld vaak gedacht in termen van vijandsbeelden, en in veel verkochte boeken wordt “het unieke van de Europese identiteit” geplaatst tegenover alles wat ons uit andere delen van de wereld bereikt, zeker als het is geënt op (andere) religieuze tradities. Maar klopt het beeld van “Europa tegenover de rest” wel met onze eigen geschiedenis? Of is die beeldvorming onjuist, en zelfs schadelijk voor onze toekomst? Wat als Europa haar identiteit mede te danken heeft aan openheid tegenover allerlei opvattingen uit, onder meer, het Nabije en Verre Oosten, en Noord-Afrika? Wat als die contacten hebben geleid tot creativiteit, tot nieuwe inzichten, en tot ontwikkeling van de eigen cultuur – en die van de ander? Om die vragen te beantwoorden moeten we de intellectuele geschiedenis van Europa opnieuw tegen het licht houden. Daarmee krijgen we beter zicht op de kansen die andersdenkenden bieden om ons in de toekomst samen verder te ontwikkelen in een globaliserende wereld. Een vraag van de Nederlandse Onderzoekschool Wijsbegeerte.

Kernwoorden: Europese identiteit, geschiedenis, cultuur, globalisering, xenofobie, filosofie

Conferentie: Science for society

10. Hoe kan de toekomst van de democratie in Europa vorm gegeven worden op een manier die legitiem is?

Wat is de democratische toekomst van Europa? De politiek ligt overal onder vuur, en er is sprake van een groeiende kloof tussen politici en burgers, zowel in landen als ook op Europees vlak. Dit roept vele vragen op die conceptueel, normatief of empirisch van aard zijn. Wat geeft een overheid het recht om te regeren? Op welke autoriteit is dit gebaseerd? Hoe groot is het draagvlak onder de bevolking voor verschillende niveaus van overheden, en wat kan eventuele verschillen verklaren? Is er een inherente spanning tussen de economische inrichting in Europa en haar democratische karakter, en klopt de these dat het kapitalisme de democratie ondergraaft? De toenemende internationalisering en mondialisering van politieke uitdagingen (klimaatverandering, wereldarmoede, globale financiële markten) maken globaal handelen nodig. Is dan niet ook een vorm van democratie nodig op het niveau van de Europese en globale instituties? Een vraag van de Nederlandse Onderzoekschool Wijsbegeerte.

Kernwoorden: democratie, Europa, politieke filosofie, kapitalisme, mondialisering, instituties

Conferentie: science for society

11. Hoe kan een toekomstbestendige en moreel verdedigbare verandering in, of alternatief voor, de verzorgingsstaat er uit zien?

De verzorgingsstaat is de laatste jaren ingrijpend gewijzigd, zonder dat er een duidelijke visie voorhanden is voor het alternatief. Veranderingen gebeuren op incrementele wijze, maar soms met vergaande effecten op een aantal belangrijke maatschappelijke waarden, waarbij soms wettelijke rechten omgezet worden in voorzieningen, of processen plaats vinden zonder dat helder is dat het beter is voor mens, samenleving en economie (vb. De flexibilisering van arbeid of fiscale veranderingen). Kan er op een systematische wijze een multidisciplinair analysekader aangewend worden om deze gevolgen te evalueren, en tevens scenario’s te analyseren voor mogelijke veranderingen in de verzorgingsstaat, of alternatieven voor de verzorgingsstaat (zoals een basisinkomen, of de zogenaamde ‘property-owning democracy’). Een vraag van de Nederlandse Onderzoekschool Wijsbegeerte.

Kernwoorden: verzorgingsstaat, ethiek, filosofie, kwaliteit van leven, economie, arbeid

Conferentie: Science for society

12. Wat bepaalt de kwaliteit van leven en wie is er verantwoordelijk voor?

Of het nu gaat om de inrichting van de zorg, nieuwe vormen van sociale ongelijkheid, technologische innovaties of de evaluatie van overheidsbeleid: we beoordelen sociale ontwikkelingen en beleids­voorstellen steeds vaker in termen van hun effect op onze kwaliteit van leven. Maar waar verwijst het begrip precies naar en kunnen we het meten? Kwaliteit van leven is niet hetzelfde als economische welvaart of individueel welbehagen, dat is duidelijk, maar er geen consensus over wat het dan wel is. Door recente ontwikkelingen in de psychologie, gezondheidswetenschappen, gedragseconomie en sociologie krijgen we echter een beter inzicht in wat mensen ervaren als relevante factoren voor hun levenskwaliteit, hoe die factoren met elkaar samenhangen en hoe de kwaliteit van leven kan worden verhoogd. Duidelijk is daarbij dat vele verschillende instanties en organisaties de kwaliteit van ons leven beïnvloeden: het bedrijf waar we werken, de zorginstellingen waar we gebruik van maken, de school van onze kinderen, etc. In hoeverre kunnen en mogen maatschappelijke organisaties en overheden bewust streven naar een verhoging van de levenskwaliteit van burgers? Wanneer slaat de bevordering van levenskwaliteit van werknemers, consumenten, patiënten of burgers om in onwenselijke vormen van paternalisme? Een vraag van de Nederlandse Onderzoekschool Wijsbegeerte.

Kernwoorden: kwaliteit van leven, ethiek, verantwoordelijkheid, gezondheid, welvaart, paternalisme

Conferentie: Science for society

13. Hoe moeten we een daadwerkelijk lange termijn perspectief inbouwen in onze politieke, sociale en economische instituties?

Klimaatverandering, biodiversiteit en andere ecologische uitdagingen leiden tot diepgaande veranderingen van de sociale en politieke context van ons handelen. We zullen antwoorden moeten formuleren op nieuwe vragen, zoals: Wat betekent het om moreel verantwoordelijkheid te zijn voor de lange termijn? Hoe moeten we onze intergenerationele verantwoordelijkheid vormgeven? Hoe moeten politieke instituties eruit zien die ecologisch duurzaam en veerkrachtig zijn? Welke institutionele veranderingen zijn nodig voor een duurzame financiële sector, waarin investeringsbeslissingen niet alleen economisch maar ook maatschappelijk en ecologisch gezien verantwoord zijn? Wordt duurzame ontwikkeling het beste bevorderd door de overheid, door de markt of door coöperatie? Hoe kunnen wij de transformatie naar een lange-termijn perspectief zo vorm geven dat ze recht doet aan de centrale uitgangspunten van de moderne politieke ethiek: respect voor het menselijke individu, de mensen­rechten en een democratisch politiek stelsel? Welke rol spelen ons denken over toekomst en geschiedenis, onze psychologische mechanismen tegen verandering, en onze angst en hoop bij het vormgeven van een lange-termijn perspectief voor de politiek? Hoe kunnen wij sociale, politieke en economische instituties zo veranderen dat een open samenleving, in Nederland en in Europa ook in de 21e eeuw nog mogelijk is? Een vraag van de Nederlandse Onderzoekschool Wijsbegeerte.

Kernwoorden: instituties, politieke filosofie, ethiek, duurzaamheid, lange termijn perspectief, economie, mensenrechten

Conferentie: Science for society

14. Op welke wijze veranderen nieuwe technologieën gericht op Big Data ons begrip van privacy en wat zijn daarvan de mogelijke gevolgen voor de bescherming van en het recht op privacy?

Het begrip ‘privacy’ staat de afgelopen jaren onder druk door nieuwe technologieën en groeiende mogelijkheden om grote hoeveelheden data, “big data”, te verzamelen, te analyseren en te bewerken. Een onderzoek naar de vraag hoe het begrip en de bescherming van privacy en persoonlijke informatie ingrijpend veranderen in het tijdperk van Big Data vergt een nauwgezette analyse van de daaraan verbonden ethische, juridische, technologische, economische en politieke aspecten. Daarvoor zijn verschillende sociale fenomenen van belang, zoals het delen van persoonlijke informatie op social media en Apps, het exploiteren van persoonlijke informatie door bedrijven (waaronder verzekeringsmaat­schap­pijen) en het op grote schaal verzamelen van persoonlijke data door de staat. Privacy is niet alleen belangrijk voor het individu, zijn vrijheid en zijn persoonlijke levenssfeer, maar ook voor de samenleving als geheel. Verlies van privacy in de gezondheidszorg kan bijvoorbeeld tot gevolg hebben dat groepen die in bepaalde risicoprofielen vallen worden gemarginaliseerd. Het op grote schaal verwerken van data door de overheid kan ook consequenties hebben voor democratische waarden als transparantie en controle. Wellicht betekent dit dat er moet worden gezocht naar nieuwe vormen van bestuur en controle om de democratische rechtsstaat te behouden. Een vraag van de Nederlandse Onderzoek­school Wijsbegeerte.

Kernwoorden: ICT, ethiek, mensenrechten, persoonlijke gegevens, Big Data

Conferentie: Science for society

15. Hoe trekken we zinvolle en betrouwbare conclusies uit de overvloed aan data?

Wetenschap, samenleving en commerciële sector worden overspoeld met gegevens. Onnoemelijk veel wordt geregistreerd en gemeten, van klimaat tot energiegebruik en goederenverkeer. In het bijzonder worden wij zelf met ICT nauwlettend gevolgd: surf- en belgedrag, mobiele diensten, betalingsverkeer, opnames van beveiligingscamera’s, enzovoorts. Dat werpt belangrijke ethische vragen op die zich veelal richten op het voorkomen van misbruik en het beschermen van de persoonlijke sfeer. Maar het stelt ons ook voor de vraag: hoe kunnen wij deze nieuwe mogelijkheden inzetten voor een betere wereld? Zo is het al mogelijk om griepepidemieën te monitoren door te kijken naar de zoektermen die mensen intypen op internet. Maar wanneer werkt zo’n griepmonitor goed? In de filosofie, logica en statistiek wordt systematisch nagedacht over de vraag hoe zinvolle conclusies kunnen worden afgeleid uit grote hoeveelheden data, en wanneer we op de conclusies mogen vertrouwen. Een belangrijke vraag is bijvoorbeeld hoe we de relevante informatie vinden temidden van irrelevante details. Daarnaast moeten computers leren werken met tegenstrijdige gegevens. En wij moeten de beperkingen inzien van modellen en computersystemen zelf. Gegevens worden pas dan kennis en inzicht wanneer ze op de juiste manier verwerkt worden. Wat is de juiste manier? Een vraag van de Nederlandse Onderzoek­school Wijsbegeerte.

Kernwoorden: Logica, Wetenschapsfilosofie, Statistiek, Data mining

Conferentie: Science for science

16. Hoe moet de universiteit er in de 21e eeuw uitzien?

Het ideaal van de universiteit als “Bildungsinstitut” staat onder druk door grote studenten­aantallen, economisch nuts- en rendementsdenken, afhankelijkheid van het bedrijfsleven voor onderzoeks­financiering en agendering door de politiek. Daarvoor in de plaats wordt steeds meer het concept van de zogenaamde derde generatie universiteit geplaatst, waarin de universiteit met het bedrijfs­leven en andere maatschappelijke organisaties in grote mate vervlochten is. Maar welke rol heeft de universiteit in de 21e eeuw eigenlijk te spelen en welke idealen en ambities zou zij moeten hebben? Bovendien is er sprake van een bestuurlijke crisis aan de universiteiten vanwege terugloop van de financiële middelen, grote publicatiedruk, geloofwaardigheidscrisis in kwaliteitsindicatoren zoals peer review en rankings, commercialisering van wetenschappelijke kennis en integriteits­kwesties. Hoe moet het bestuur van de wetenschap hervormd worden? Hoe kan de spanning worden opgelost tussen enerzijds intellectuele vrijheid en onafhankelijkheid en anderzijds de verantwoordelijkheid en verplichtingen die met investeringen in wetenschappelijk onderzoek door overheden, bedrijven en andere instanties gepaard gaan? Hoe kunnen we de niet-economische waarde van ogenschijnlijke nutteloze wetenschap beter articuleren? Hoe kan een nieuw stelsel van professionaliteit van wetenschappers worden ontwikkeld in ruil voor vertrouwen van de samenleving en van financiers? Een vraag van de Nederlandse Onderzoekschool Wijsbegeerte.

Kernwoorden: universiteit, vertrouwen, bestuur, Bildung, kwaliteitsindicatoren, wetenschapsfilosofie

Conferentie: Science for science

17. Hoe kan het publieke vertrouwen in de wetenschappen op legitieme wijze worden vergroot?

De autoriteit en expertise van de wetenschappen op gebieden als klimaat, gezondheidszorg en voedsel, worden niet langer in het maatschappelijke debat breed geaccepteerd. Dit leidt tot wederzijds onbegrip. Wetenschappers pleiten voor “evidence-based policies” en hekelen “fact-free politics”; burgers kennen minder gezag toe aan wetenschappelijke inzichten dan wetenschappers verwachten. Welke factoren zorgen voor deze situatie? Lang werd het aangenomen dat de voornaamste factor een gebrek aan kennis aan de kant van de burger was, maar de strategie van “het nog een keer uitleggen” lijkt niet meer effectief te zijn. Andere mogelijke factoren zijn: botsing tussen wetenschappelijke resultaten en intuïties; perceptie van wetenschappelijke bevindingen als bedreiging voor eigen levensstijl, autonomie of belangen; overschatting van de eigen competentie om over feitelijke kwesties te oordelen; overtuiging dat experts partijdig of onbetrouwbaar zijn. Kan een meer vruchtbare presentatie van de objectiviteit en betrouwbaarheid van de wetenschappen worden ontwikkeld, die inzichtelijk maakt wanneer (en waarom) aan wetenschappelijke inzichten gezag toekomt, met erkenning van de voorlopigheid en reviseerbaarheid daarvan? Hoe kan het proces van communicatie hierover beter worden ingericht? Een antwoord op deze vragen kan het vertrouwen in de wetenschappen verstevigen en een nieuwe maatschappelijke rol voor wetenschappelijke experts scheppen. Een vraag van de Nederlandse Onderzoekschool Wijsbegeerte.

Kernwoorden: wetenschapsfilosofie, vertrouwen, expertise, maatschappelijk debat

Conferentie: Science for Society

18. Welke lessen kunnen we trekken uit de geschiedenis van de wetenschap?

De wetenschap van de 21e eeuw is ongekend vitaal en dynamisch. De invloed van wetenschappelijk onderzoek groeit, terwijl de structuren en contexten van dat onderzoek voortdurend verschuiven: de specialisatie neemt toe, terwijl de traditionele grenzen tussen disciplines vervagen. Deze ontwikkelingen roepen vragen op. Hoe verhouden nieuwe wetenschappelijke constellaties zich tot de wetenschaps­disciplines die nog altijd de infrastructuur van onderwijs en onderzoek bepalen? Hoe kunnen, met de almaar toenemende specialisatie en diversificatie, de eenheid en de samenhang van de wetenschappen worden begrepen? Hoe verhoudt de rationaliteit van het wetenschappelijk denken zich tot ons gewone, alledaagse redeneren en handelen? Wie stuurt eigenlijk de wetenschappelijke vooruitgang in goede banen, en wie kan de gevolgen van wetenschappelijke en technische ontwikkelingen inschatten en daarop aansturen? Een blik op de rijke geschiedenis van de wetenschap kan ons helpen antwoorden te formuleren op deze vragen. In de geschiedenis hebben cruciale transformaties plaatsgevonden in het denken over de samenhang en specificiteit van wetenschappelijke disciplines, over wetenschappelijke methode, en over wetenschappelijke vooruitgang. Het rijke verleden van de wetenschap kan ons helpen antwoorden te geven op de uitdagingen van de wetenschap van vandaag en morgen. Een vraag van de Nederlandse Onderzoekschool Wijsbegeerte.

Kernwoorden: wetenschappelijke methode, specialisatie, geschiedenis, wetenschapsfilosofie, rationaliteit

Conferentie: Science for science

19. Hoe moeten wetenschap, religie en politiek zich tot elkaar verhouden?

De verhouding tussen wetenschap, religie en politiek is uitermate gecompliceerd en heeft in de geschiedenis uiteenlopende gestalten aangenomen. Velen zijn er van overtuigd dat wetenschap een belangeloze zoektocht zou moeten zijn naar objectief geldige antwoorden op vragen omtrent natuur, mens en samenleving. Maar we weten ook dat de wetenschap en haar beoefenaars sterk worden beïnvloed door externe factoren. Een beroemd voorbeeld zijn de Parijse veroordelingen van 1277, waarbij de bisschop 219 filosofische en wetenschappelijke stellingen veroordeelde. Voor sommige historici staat 1277 voor een dieptepunt in de strijd tussen theologie en wetenschap, voor andere heeft het juist een zeer belangrijke rol gespeeld bij het ontstaan van de moderne (natuur)wetenschap. Recente voorbeelden van politieke beïnvloeding zijn Stalins keuze voor de ‘proletarische biologie’ van Lysenko, of het besluit van President Kennedy om binnen tien jaar een man op de maan te plaatsen. Juist in het tijdperk van de Wetenschapsagenda is het belangrijk om te begrijpen welke vormen de driehoeksverhouding tussen wetenschap, religie en politiek in de loop der eeuwen heeft gehad, en of er lessen uit het verleden te trekken zijn ten aanzien van de vraag hoe deze moet zijn. Een vraag van de Nederlandse Onderzoekschool Wijsbegeerte.

Kernwoorden: wetenschap, religie, politiek, filosofie, geschiedenis

Conferentie: Science for society

20. Hoe kunnen we verschillende wetenschappen het beste laten samenwerken aan complexe maatschappelijke problemen?

De samenleving staat voor grootschalige, complexe problemen. Veelgenoemde voorbeelden zijn economische ongelijkheid, klimaatverandering, sociale fragmentatie, en religieus fanatisme. Zulke problemen vragen om een integrale aanpak, waarin uiteenlopende wetenschappelijke inzichten bij elkaar worden gebracht. Het is zaak om daarbij spraakverwarring te voorkomen en de verschillende benaderingen zo te combineren dat zij elkaar aanvullen en niet tegenwerken. Dat vraagt om een helder begrip van hoe wetenschappen zich tot elkaar verhouden, op het punt van de gebruikte methoden en concepten, maar ook wat betreft het wereldbeeld dat de wetenschappen oproepen. De filosofie en de methodologie bieden zicht op de verhoudingen tussen wetenschappen en kunnen worden ingezet om de integratie tussen wetenschappen te bevorderen. Helaas worden die verhoudingen maar al te vaak gekenmerkt door spanningen, zoals tussen kwalitatieve, kwantitatieve en computationele methoden, tussen cognitief-psychologisch en neurowetenschappelijk onderzoek, of tussen economische, politiek-theoretische en historische benaderingen. Recente methodologische en wetenschapstheoretische inzichten kunnen deze spanningen omzetten in vruchtbare samenwerkingsvormen, waarmee een integrale aanpak van complexe maatschappelijke problemen kan worden bereikt. Dit is een vraag van de Nederlandse onderzoekschool Wijsbegeerte.

Kernwoorden: wetenschapsfilosofie, methodologie, interdisciplinaire wetenschap, multidisciplinariteit, complexe problematiek

Conferentie: Science for science

21. Hoe moeten de geesteswetenschappen zich positioneren in de 21e eeuw?

De geesteswetenschappen zijn van oudsher dragers van cultureel erfgoed, bron van inzicht in de menselijke conditie en factor van zingeving en zelfontplooiing voor mensen en voor de maatschappij. In de 21e eeuw worden de geesteswetenschappen echter voor belangrijke uitdagingen gesteld. De verklarende wetenschappen (denk aan neurologie, moleculaire- en evolutiebiologie) hebben steeds meer terrein overgenomen dat traditioneel tot de geesteswetenschappen behoorde. Dat roept de vraag op wat de bijdrage van de geesteswetenschappen aan het begrijpen van het menselijke bestaan moet zijn en of er sprake is van conflicterende of complementaire benaderingen. Ook hebben de geestes­wetenschappen zich de afgelopen decennia methodologisch ontwikkeld tot disciplines die historische, hermeneutische, functionele, empirische en structurele methoden hanteren. Dit roept de vraag op wat nog kenmerkend is aan deze pluriforme disciplines. Is er nog sprake van een eigen benadering? En tenslotte is er het gender en eurocentrische probleem, dat voor wetenschappen die de menselijke existentie proberen te begrijpen meer dan voor andere wetenschappen urgent is. Daarvoor zal het nodig zijn om de begrippen van canon en van klassieker in de geesteswetenschappen opnieuw te bekijken. Een vraag van de Nederlandse Onderzoekschool Wijsbegeerte.

Kernwoorden: wijsbegeerte, geesteswetenschappen, wetenschappelijke methodes, menselijke conditie, diversiteit

Conferentie: Science for Science

Print Friendly, PDF & Email